Vrijmetselaarsloge Anna Paulowna
Stationsstraat 61, 1506DB Zaandam075-6165517
moc.liamg@anwoluapannasiraterces
https://www.logeannapaulowna.nl/
Vrijmetselaarsloge Anna Paulowna in Zaandam
Onderstaande informatie kan verouderd zijn, bekijk hier de website van Loge Anna Paulowna
Welkom op de website van de Zaanse vrijmetselaarsloge 'Anna Paulowna'. De loge maakt deel uit van de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden. De leden van deze vereniging komen op de woensdagavond bijeen in een uniek pand aan de Stationsstraat in Zaandam. Kijk rustig rond op deze digitale informatieplaats. U vindt hier veel wetenswaardigs over wat de Vrijmetselarij inhoudt, onze werkwijze en wat er speelt aan actualiteiten. Eén keer per jaar organiseren wij een informatieavond, waar u van harte welkom bent. Op onze Arbeidstafel kunt u zien wanneer deze plaatsvindt. Uiteraard kunt u ook tussentijds contact met ons opnemen, als u vragen heeft. Loge bijeenkomsten starten hopelijk weer in september De Corona maatregelen hebben onze wekelijkse bijeenkomsten sinds maart 2020 stilgelegd. Wij hopen in het nieuwe werkjaar, dat start in september 2020, opnieuw bijeen te mogen komen en zijn druk bezig met het voorbereiden van een Corona veilige omgeving. Avond voor belangstellende mannen op wo. 28/10/2020 Op woensdag 28 oktober 2020 - 20.00 uur - organiseren wij een avond voor belangstellende mannen. Een oud-lid van onze vereniging, Ds. Tjalling Kindt, houdt een inleiding met als titel "Wat is de toekomst van geloven?” Indien u deze avond wilt bijwonen dient u zich daarvoor in te schrijven. Een link daarvoor treft u HIER / hier. Het entree-geld bedraagt € 5. Lid worden?Bent u geïnteresseerd in de vrijmetselarij? Overweegt u lid te worden? Houdt rekening met een lange procedure in verband met een wachtlijst. U kunt hierover contact opnemen per e-mail: ml@mlindeman.nl De georganiseerde vrijmetselarij in het Zaanse gaat een kleine 200 jaar terug. Op 17 december 1816 diende een aantal Zaankanters het verzoek in bij het hoofdbestuur van de Nederlandse vrijmetselarij, om in Zaandam een loge te mogen oprichten. Twee maanden later al ontvingen ze een positieve reactie. De officiële installatie van loge Anna Paulowna, de 39ste loge in Nederland, vond plaats op 13 november 1817. Na enige omzwervingen vond de loge een definitief onderkomen aan de Stationsstraat 61. In 1883 werd daar het huidige pand gebouwd. Het is een van de weinige logegebouwen in Nederland dat specifiek als onderkomen voor de vrijmetselaarsarbeid werd ontworpen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het op de Gemeentelijke Monumentenlijst staat De naamgeefster, de Russische grootvorstin Anna Paulowna Romanow, was kort voor de oprichting van de Zaanse loge in februari 1816 in het huwelijk getreden met Willem Frederik, prins van Oranje-Nassau. Willem was zelf vrijmetselaar, dus de oprichters hoefden niet lang na te denken om hun kersverse Zaanse Loge te vernoemen naar dit nieuwe lid van de Oranje-familie. De kleuren van loge Anna Paulowna zijn oranje en groen. Daarbij omhult het Zaanse groen de oranje kleur om daarmee symbolisch te illustreren dat het Zaanse groen Oranje beschermt. In 1842, twee na zijn troonsbestijging als Koning Willem II, werd hij benoemd tot erelid van de Zaanse Loge. Voor zover bekend, heeft hij de loge Anna Paulowna nooit bezocht. Anna Paulowna stierf in 1865. Zij werd bijgezet in de Koninklijke grafkelder van de Nieuwe Kerk in Delft. De leden van loge Anna Paulowna komen tijdens het werkjaar iedere woensdagavond bijeen. Voordat we ons aan de vrijmetselaarsarbeid zetten, schudden we elkaar eerst de hand en drinken we een kopje koffie of thee. Tegen de klok van achten roept de bel ons tot de orde. De meeste bijeenkomsten bestaan uit een zogeheten 'comparitie'. Een van de leden geeft een lezing, wat wij 'een bouwstuk' noemen, over een onderwerp van levensbeschouwelijke of culturele aard. Na de oplevering van het bouwstuk, is er een korte pauze, waarna de aanwezigen tijdens de nabespreking van gedachten wisselen over het onderwerp. Iedere spreker krijgt daarbij het woord van de voorzitter, en wordt niet onderbroken. Op deze wijze verloopt de gedachtewisseling ordelijk en kan eenieder zich uitspreken. Tijdens comparitieavonden toetsen de leden hun eigen meningen en gedachten aan die van andere vrijmetselaren, die soms zeer uiteenlopende standpunten en overtuigingen hebben. Daarbij gaat het allerminst om het halen van het eigen gelijk, maar om te leren van verschillende zienswijzen. Op andere avonden wordt een rituele bijeenkomst gehouden, die wij 'open loge' noemen. Tijdens deze avonden zijn alle leden speciaal gekleed in rokkostuum. De arbeid vindt plaats in de officiële ruimte op de eerste verdieping van ons pand: de tempel. Hier worden onder meer de ritualen behorend bij de drie graden opgevoerd, waarover wij, ook hier, het stilzwijgen bewaren. Momenteel telt loge Anna Paulowna ongeveer vijftig leden, die afkomstig zijn uit verschillende culturele, religieuze en maatschappelijke achtergronden. Geregeld ontvangen wij ook vrijmetselaars van andere loges die onze bijeenkomsten visiteren. Sinds haar oprichting heeft loge Anna Paulowna verschillende onderkomens gehad. De allereerste bijeenkomsten vonden plaats in het logement de Drie Zwaanen op de Dam, waar een ruimte werd gehuurd. Na ruim twee jaar, in 1820, verhuisden de Zaanse broeders naar een eigen pand, dat voor ƒ 6000 was aangekocht. Dit ‘vergaderlokaal’, zoals de locatie werd genoemd, lag naast de grote sluis aan de Westerzijderdam. Tot 1857 werd dit de vaste plek van de Zaanse vrijmetselaars. In het pand was tevens een maçonnieke sociëteit gevestigd: ‘Trouw aan verbintenissen’. In verband met de steeds verder oplopende exploitatietekorten, werd later besloten om af te zien van het besloten karakter van deze sociëteit. Op zon- en feestdagen werd het derhalve een openbare sociëteit. In 1857 werd aan de Dam, op nummer 2, een geheel nieuw gebouw neergezet, het latere café Suisse, nu vooral bekend vanwege restaurant Humphreys. De kosten bedroegen nog net geen ƒ 27.000, en dit was dan nog zonder ‘meubilair en verwarmingstoestellen’. Net als in het vorige onderkomen, besloten de vrijmetselaars om het pand als sociëteit te laten functioneren, om de kosten te drukken. De maçonnieke bijeenkomsten vonden plaats in een bovenzaal. Omdat de exploitatie moeizaam blijft verlopen, wordt het hele pand in 1874 voor ƒ 20.000 verkocht aan twee Amsterdamse koffiehuishouders, die het verder uitbaten. loge Anna Paulowna blijft dan wel de bovenzaal huren. De kosten waren echter nog steeds hoog en er werd uitgekeken naar een goedkopere en passender behuizing. De oplossing kwam toen de weduwe Van Wessem-Korver – de moeder van de toenmalige voorzitter van de loge – in 1883 een stuk grond aan wat toen nog de Spoorstraat heette schonk aan de loge. De 23 leden die aanwezig waren op de beslissende algemene ledenvergadering stemden voor acceptatie van het aanbod. Direct werd besloten tot nieuwbouw. Architect L.J. Immink en aannemer J.H. Eilmann, beiden lid van de loge, tekenden voor het ontwerp en de bouw. Totale kosten: ƒ 14.000. Hiervan moest ƒ 4.000 worden geleend van de leden via een renteloze obligatie. De eerste steen werd gelegd op 18 mei 1883 en ruim vijf maanden later, eind oktober, was het pand gereed. En een bijzonder gebouw is Stationsstraat 61 nu nog altijd. Het behoort namelijk tot een van de vijf selecte gebouwen in Nederland die specifiek als logegebouw zijn gebouwd en vandaag de dag nog altijd als zodanig in gebruik zijn. Twee jaar na deze enerverende gebeurtenissen, schenkt de voorzitter een aanpalend stuk grond aan de loge, met als voorwaarde dat daar een woning wordt gebouwd voor de beheerder van het logegebouw. In 1885 krijgt dit zijn beslag, al moet voor dit project wel de gehele bouwsom worden geleend. In de jaren die hierop volgen, loopt de belangstelling voor maçonnieke activiteiten langzaam terug. Ook aan de Stationsstraat 61 was een maçonnieke sociëteit actief, maar vanwege te weinig animo worden deze bijeenkomsten stopgezet. Het logeleven herstelt zich weer aan het begin van de 20ste eeuw en de financiën laten het toe dat er in 1910 enkele verbouwingen en verbeteringen worden uitgevoerd aan het logegebouw. Zo wordt er onder meer een echte WC geïnstalleerd! Dit werd allemaal mede mogelijk gemaakt dankzij enkele broeders (onder wie Albert Heijn), die gezamenlijk hun vordering op de loge, in totaal ƒ 1.800, kwijtscholden. Tijdens het jubileumjaar 1917 wordt de loge voorzien van elektrisch licht en de ledenvergadering van 1929 besluit unaniem om ‘een abonnement op den telefoon’ te nemen. Dan breken de duistere jaren ‘40-45 aan. Op 1 mei 1940 wordt de laatste aantekening voor lange tijd gemaakt in het notulenboek. Het bestaat uit slechts één woord: ‘oorlogsdreiging’. Op 3 september 1940 wordt de Vrijmetselarij in Nederland verboden en worden alle bezittingen en tegoeden van de Orde in beslag genomen. Daaronder valt ook het Zaanse logegebouw. De inboedel wordt op straat gegooid en in het openbaar verbrand. De brandkast wordt geopend en leeggehaald. De bibliotheek en het archief worden ingepakt en naar Den Haag afgevoerd voor nader onderzoek door de Duitsers. Na de oorlog worden alle boeken en historische stukken door de Amerikanen teruggevonden in een Duitse zoutmijn en geretourneerd aan de loge. Omdat enkele broeders de oorlogsdreiging en de consequenties die deze kon hebben voor de vrijmetselaars serieus namen, verbrandden ze enkele stukken voordat de Duitsers beslag konden leggen. Zo is het ledenboek nooit teruggevonden en is ook de originele constitutiebrief (oprichtingsakte) van de loge verdwenen. Tijdens de oorlogsjaren kreeg het logegebouw de functie als kringhuis voor de NSB. In de Zaanse volksmond heet Stationsstraat 61 voortaan ‘het bruine huis’. Na de bevrijding komen de broeders voor het eerst weer bijeen op 30 mei 1945. Het logegebouw is onbruikbaar geworden door de vernielingen die er zijn aangericht. Bovendien kwam het in 1945 in handen van de Nederlandse overheid, die alle vijandelijke bezittingen in beslag heeft genomen. Voorlopig wordt Stationsstraat 61 als districtsgevangenis gebruikt, waarin opgepakte ‘landverraders’ worden ondergebracht. In juni 45 brengen de resterende broeders ƒ 20.000 bijeen voor herstel van het gebouw en is de juridische procedure gestart om het gebouw terug te krijgen. De beheerder heeft dan de conciërgewoning inmiddels al betrokken. Na het nodige juridische getouwtrek, wordt het gebouw uiteindelijk overdragen aan de loge. De overheid keert een oorlogsschadevergoeding uit van bijna ƒ 12.000. In januari 1949 wordt dan eindelijk begonnen met de herstelwerkzaamheden. Tussen 1949-1951 worden de hele boven- en benedenverdieping grondig verbouwd. Daarbij worden alle resterende elementen van het 19de-eeuwse interieur vervangen door een functionele en voor die tijd moderne inrichting. Met deze aanpassingen ging veel verloren wat we nu zouden koesteren. In 1971 wordt een bouwkundige inspectie uitgevoerd, in verband met geplande aanpassing van de keukenfaciliteiten. Hieruit kwam naar voren dat het dak van het gebouw in zeer slechte staat was. Alle bestaande plannen moesten overboord en er werd besloten tot een restauratie van het exterieur van het pand, met nadruk op dak en goten. Totale kosten: ƒ 160.000. De volgende restauratie vond plaats tussen 2001- 2006. De gevel werd opnieuw gevoegd en geschilderd en ook het interieur werd opgeknapt. Doelstelling daarbij was om waar mogelijk de oorspronkelijke elementen van het gebouw te herstellen. Zo worden de Heerenkamer en bestuurskamer in hun oude luister hersteld en de voorhoven opnieuw ingericht en geschilderd. Van de originele paneeldeuren werden de platen verwijderd. Het logegebouw van Anna Paulowna kreeg daardoor weer iets terug van haar 19de-eeuwse grandeur. Daarnaast werden elektra, verwarming, de keuken en het sanitair vernieuwd. In 2012 is het schilderwerk aan de buitenzijde opnieuw geheel vervangen. Anno nu zijn de leden van loge Anna Paulowna trots op hun onderkomen. En met recht! De Vrijmetselarij is een wereldwijde broederschap van mannen, waarvan de leden vragen stellen omtrent zingeving in persoonlijke of algemene zin. Symbolisch ziet de vrijmetselaar zichzelf als een ruwe steen. Binnen deze symboliek vormen maatschappij en samenleving een te voltooien bouwwerk, waarvan ieder mens een levende bouwsteen is. Die steen behoeft bewerking om zo optimaal mogelijk te passen in die samenleving. De actieve bewerking van die ruwe steen vindt plaats tijdens regelmatige bijeenkomsten op de loge, waarbij gebruik wordt gemaakt van symbolen en waarbij rituelen worden ondergaan en gezamenlijk beleefd. Voor iedere vrijmetselaar is de ontdekkingsreis naar zichzelf en zijn rol in de samenleving verschillend. Maar allen worden ze ingewijd in drie ‘graden’. Iedere vrijmetselaar die toetreedt, wordt leerling. De meesten ontwikkelen zich vervolgens tot gezel- en tot meestervrijmetselaar. Deze drie graden krijgen hun beslag tijdens zogeheten ritualen. Inhoudelijk zult u hierover op deze website geen informatie vinden. Dat is niet omdat wij moedwillig geheimzinnig willen doen, maar omdat het ondergaan van zo’n rituaal een sterk individuele ervaring betreft. Iedere vrijmetselaar zal u er desgevraagd iets anders over vertellen, voor zover hem dat al lukt. Want de ervaring is niet alleen individueel, maar stijgt voor vrijwel alle ingewijden uit boven het zegbare; het is nauwelijks in woorden te vangen. Daarom doen wij er hier het zwijgen toe. De vrijmetselaar zoekt naar dat wat mensen verbindt en tracht weg te nemen wat mensen verdeelt. Tevens zoekt hij naar antwoorden op wezenlijke levensvragen. De vrijmetselaar is niet gebonden aan een doctrine en hanteert geen dogma’s. Een vrijmetselaar verricht zijn arbeid aan de ruwe steen in het licht van een hoog beginsel, symbolisch aangeduid als de ‘Opperbouwmeester des Heelals’. Dit illustreert niets meer of minder dan dat de vrijmetselaar gelooft dat er meer is tussen hemel en aarde. Hoe dit begrip van ´Opperbouwmeester des Heelals´ te duiden, staat iedere vrijmetselaar vrij. Iedere ‘vrije man van goede naam’ kan vrijmetselaar worden. Hij kan Christen, Jood, Moslim, Boeddhist, agnost enzovoort, zijn, mits hij het hoge beginsel van de ‘Opperbouwmeester des Heelals’ aanvaardt. Vrijmetselaren ontmoeten elkaar meestal wekelijks in de loge. Meestal wordt de avond gevuld met wat wij ‘een comparitie’ noemen. Een van de leden bespreekt dan een onderwerp van levensbeschouwelijke of culturele aard. Dit noemen wij een bouwstuk. Na de oplevering van het bouwstuk wisselen de aanwezigen tijdens de nabespreking van gedachten over het onderwerp. Zij toetsen hun eigen meningen en gedachten aan die van andere vrijmetselaren, die soms zeer uiteenlopende standpunten en overtuigingen hebben. Daarbij gaat het allerminst om het halen van het eigen gelijk, maar om te leren van verschillende zienswijzen. Op andere avonden wordt een rituele bijeenkomst gehouden, die wij ‘open loge’ noemen. Tijdens deze avonden vindt de arbeid plaats in de officiële ruimte, de tempel. Hier worden onder meer de ritualen behorend bij de drie graden opgevoerd, waarover wij, ook hier, het stilzwijgen bewaren. De Vrijmetselarij wordt over de gehele wereld beoefend, met uitzondering van landen waar de overheid het zelfstandig zoeken naar waarheid van zijn onderdanen niet op prijs stelt. Er zijn in Nederland ongeveer 150 loges in 80 plaatsen. Binnen de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden zijn ongeveer 6000 leden actief. Daartoe behoren ook loges op Aruba en de Antillen, Suriname, Zimbabwe, Zuid Afrika en Thailand. Wereldwijd zijn er ongeveer 5 miljoen vrijmetselaren. Iedere vrijmetselaar is zonder meer welkom andere loges te bezoeken, waar ook ter wereld. . Talloze boeken en artikelen zijn er geschreven over de oorsprong van de Vrijmetselarij. Sommige daarvan gaan terug tot de oude Grieken of Egyptenaren. De geleerden zijn het er vooralsnog niet over eens. Wat we wél zeker weten is dat de feitelijke geschiedenis van de Vrijmetselarij ons terugvoert naar de middeleeuwen. Op de bouwplaats van kathedralen, kastelen, kerken, paleizen en andere stenen gebouwen werd er gewerkt in ‘lodges’: de werkplaats van de steenhouwers. Gaandeweg veranderde het operatieve karakter van deze vergaderingen naar een meer speculatieve invulling; de bouwers worden denkers. Deze ‘lodges’ gelden als voorbeeld voor de moderne loge: de werkplaats waar de vrijmetselaar tegenwoordig zijn ‘werk’ doet. De officiële oprichting van de Grootloge, de Vrijmetselarij zoals we die nu nog kennen, vindt plaats op 24 juni 1717 in de herberg ‘The Goose and Gridiron’ in Londen. De eerste Nederlandse loge werd in 1734 opgericht en in 1756 verenigden elf Nederlandse loges zich in de Orde van vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden. De Vrijmetselarij kan dus bogen op meer dan tweehonderdvijftig jaar actieve Nederlandse vrijmetselaarsgeschiedenis. Die indrukwekkende staat van dienst doet niets af aan de levendigheid van de Orde vandaag de dag. Nog altijd maakt de Vrijmetselarij actief deel uit van de samenleving. Vrijmetselaren zoeken naar waarheid omtrent de zin van het leven, waarbij vrijheid en verdraagzaamheid aan de basis staan. Vanuit zijn persoonlijke verantwoordelijkheid wil de vrijmetselaar een bijdrage leveren aan de verbetering van leven en samenleving. Daarbij zoekt de vrijmetselaar naar dat wat ons mensen bindt in plaats van dat wat ons scheidt. Nee, de broederschap is niet geheim, wel besloten. In het verleden zijn vrijmetselaren vervolgd, in Europa nog tijdens de Tweede Wereldoorlog en in het voormalige Oostblok. Nog steeds kun je in bepaalde landen en/of groepen nadeel ondervinden als bekend wordt dat je vrijmetselaar bent. Daarom bepaalt iedere vrijmetselaar zelf aan wie hij laat blijken vrijmetselaar te zijn. De beslotenheid wordt tevens gehanteerd om te waarborgen dat de loge een veilige plaats voor vrijdenkers is. Dit betekent dat wat broeders in vertrouwen delen, niet naar buiten gaat. Tot slot gaat de Vrijmetselarij door voor ´geheim´ omdat de belevenis van het vrijmetselaar-zijn niet gedeeld kan worden met hen die dat niet reeds uit de eerste hand kennen. Het ondergaan van de ritualen is vele malen diepgaander dan een platte tekst op papier. Nee, maar het geloof ‘aan’ of ‘in’ iets is wel een wezenlijk kenmerk van de Vrijmetselarij. Ze wil helpen zoeken naar een antwoord op levensvragen als: vanwaar kom ik? wie ben ik? waarheen ga ik? Sommige kerkgenootschappen en godsdiensten huldigen het standpunt dat zij kennis hebben van de universele geopenbaarde waarheid, die veelal verder is uitgewerkt in de geloofsleer of dogmatiek. Vrijmetselarij erkent die visies hooguit als een mogelijke maar zeker niet als de enige waarheid. De Vrijmetselarij stelt nergens bindend vast wat onder waarheid zou moeten worden verstaan. Ze gaat ervan uit dat ieder in zichzelf zijn (subjectieve) waarheid dient te zoeken en te ontdekken. De Vrijmetselarij is niet zozeer een levensbeschouwing maar eerder een levenshouding. Ze wil door haar methode van werken een hulpmiddel zijn tot stimulering van de persoonlijke ontwikkeling en beleving om zo dichter bij het begrip waarheid te komen. Dit begrip staat voor het geloof van de vrijmetselaar dat er meer is tussen hemel en aarde. Iedere vrijmetselaar heeft de vrijheid om aan dit begrip zijn eigen inhoud aan te geven. De gemeenschappelijke betekenis laat zich het best illustreren met een stukje uit een rituaal: Vraag: Op welke grondslag zijn wij hier bijeen? Antwoord: Op die van broederschap. Vraag: Wie heeft ons daarvan het bewustzijn geschonken? Antwoord: De Opperbouwmeester van het Heelal. Vraag: Waarom geven wij hem die naam? Antwoord: Omdat hij ons leven en wereld doet zien als een te voltooien bouwwerk. De Bijbel heeft in de Vrijmetselarij een symbolische functie. Het staat voor het boek waarin universele gedachten zijn verwoord die gelden voor alle tijden en die tot steun kunnen zijn bij het zoeken van een weg naar een bepaalde levenshouding. Ook kunnen andere heilige boeken, zoals de koran of heilige hindoe-geschriften, die symbolische functie vervullen wanneer een aanhanger van een ander geloof dan het christendom toetreedt. Vrijmetselarij is geen godsdienst, wat niet wil zeggen dat vrijmetselaren antireligieus of ongodsdienstig zouden zijn. Iedere vrijmetselaar geeft zijn eigen invulling aan zijn eigen gedachten en gevoelens over religie en godsdienst. Zo kan een vrijmetselaar in Nederland actief lid zijn van welke kerk dan ook. De Vrijmetselarij hanteert geen dogma’s of andere bepaalde leerstelligheden. Iedere vrijmetselaar is autonoom, zelf verantwoordelijk en derhalve vrij in de beoefening van zijn geloofsovertuiging. De Vrijmetselarij vindt haar oorsprong in de bouw. De middeleeuwse bouwkunst kenmerkte zich door het gebruik van symboliek. Vrijmetselaren onderkennen de kracht van symboliek omdat symbolen een eigen taal spreken. Veel begrippen en denkbeelden die zich niet of nauwelijks in geschrift of in gesproken woord laten uitdrukken, krijgen via een teken of gebaar wel een vorm van expressie. Veel van onze symboliek, werktuigen en geometrische vormen, komt voort uit de bouw en uit het scheppen van licht. Nergens overigens is de symboliek een onderwerp van verering, noch is het een doel. Het is een waardevol hulpmiddel tot begrip. Een loge is geen serviceclub, zoals Rotary of Lions, die acties voert om bijvoorbeeld fondsen voor een goed doel bijeen te brengen. Serviceclubs vormen geen inwijdingsgenootschap. Wel is het de morele plicht van iedere vrijmetselaar om hen die in nood verkeren indien mogelijk te ondersteunen. Dat kan hij doen in zijn gedrag ten opzichte van anderen, maar ook door actief te zijn in de charitatieve sfeer – door giften, het vervullen van bestuursfuncties en ander vrijwilligerswerk. Doorgaans zal de vrijmetselaar daarbij niet aan anderen kenbaar maken dat hij dat doet omdat hij vrijmetselaar is. Nee. Belangstellenden kunnen zich via deze website aanmelden, of via een vrijmetselaar uit de eigen kennissenkring. Het lidmaatschap staat open voor iedere vrije man van goede naam. Er is geen enkele beperking op grond van geloof, ras, afkomst, geaardheid, maatschappelijke positie of nationaliteit. Wat ons betreft wel. De Vrijmetselarij hanteert geen beperking van de toelating tot het lidmaatschap op grond van het geloof. Diverse pausen hebben zich evenwel in bullen uitgesproken tegen het lidmaatschap van de Vrijmetselarij voor gelovigen. Het is aan de rooms-katholiek in kwestie zelf om zich al dan niet te conformeren aan die uitspraak. Deze regel zou de indruk kunnen wekken dat de vrijmetselaar in zijn zoektocht naar de essentiële waarden van het bestaan het belang van de vrouw ondergeschikt acht. Uiteraard is dit niet de reden. Deze regel kent deels een historische achtergrond. De van oorsprong ambachtelijke loges kenden ook alleen mannelijke werkers. De daaruit voortgekomen speculatieve Loges hebben deze lijn doorgetrokken. Maar de hedendaagse reden is vooral van praktische aard. Een vrijmetselaar moet zich in de veilige en geborgen omgeving van de loge kwetsbaar op durven te stellen. In een gemengde gezelschap bestaat een grotere kans dat de man een houding aanneemt, terwijl dit voor veel mannen binnen een mannengemeenschap niet nodig is. Overigens is toestemming van de partner een voorwaarde om lid te mogen worden van de Vrijmetselarij. Vrouwen kunnen wel lid worden van een gemengde Orde of van ‘De Orde van de Weefsters’ die alleen vrouwen toelaat. Die variëren per loge, maar voor Anna Paulowna geldt een jaarcontributie van ongeveer € 400. Verder zijn er de kosten van de aanschaf van een rokkostuum voor de Open Loges (een rituele bijeenkomst), plus een entreegeld bij toetreding. Ook wordt aan het slot van iedere bijeenkomst geld ingezameld voor charitatieve doeleinden. Ten slotte wordt ook een bijdrage gevraagd voor het deelnemen aan het broedermaal dat na open loge wordt gehouden. Om uiteenlopende redenen en ondanks de zorgvuldigheid van de toelatingsprocedure kan het gebeuren dat het lidmaatschap iemand niet datgene brengt wat hij ervan verwachtte. Dat is teleurstellend voor de persoon in kwestie en voor de loge. In zo’n geval staat het iemand vrij zijn lidmaatschap op te zeggen. Loges zijn in veel opzichten gelijk, al kan de cultuur verschillen. Iedere loge heeft haar eigen traditie en geschiedenis. De Zaanse loge is van oudsher een vrijplaats van Zaanse fabrikanten zoals Bruynzeel, Duyvis, Heijn, Honig en Verkade, maar dat karakter heeft het tegenwoordig niet meer. De leden zijn van alle leeftijden en komen uit alle lagen van de bevolking en beoefenen uiteenlopende beroepen. De meeste loges komen eenmaal per week ’s avonds bijeen op een vaste weekdag. Voor Anna Paulowna is dat de woensdagavond. Er zijn ook loges die één of twee keer per maand bijeenkomen. Veel loges beschikken, soms samen met andere loges, over een eigen gebouw; andere huren ruimte. Loge Anna Paulowna beschikt over een eigen gebouw, dat speciaal voor maçonnieke doeleinden is gebouwd. Het werkjaar loopt van medio september tot de derde week van juni. Tijdens de verkennende gesprekken met een kandidaat wordt hem duidelijk gemaakt dat de loge van hem verwacht dat hij de bijeenkomsten zoveel mogelijk bijwoont. Ook wordt andere betrokkenheid van hem verwacht, zoals het vervullen van functies en het leveren van bijdragen aan de gedachtenwisseling. Alleen bij een goede participatie kan de Vrijmetselarij hem bieden wat hij daarin wil zoeken. Als daar niet van uitgegaan kan worden is het de vraag of toetreding wel zin heeft. Het woord broederschap illustreert de onderlinge verbondenheid tussen vrijmetselaren qua beleving van rituaal en symbool. Alle vrijmetselaren zien leven en wereld als een te voltooien bouwwerk. Daarnaast betekent de broederschap de eerbiediging van het besloten karakter van de rituelen en alle andere vertrouwelijkheden. Er mag geen twijfel over bestaan dat wat men elkaar toevertrouwt binnen de beslotenheid van de loge blijft. Het rituele gebeuren laat zich het beste omschrijven als een ernstig spel, te vergelijken met een toneelstuk. Maar het is wel een spel met diepe waarden en belevenissen die de deelnemer zelf moet ontdekken en verwerken. Het kan hem helpen zijn antwoord te vinden op vragen naar het waarom en waartoe van zijn leven. Nee, dat is in principe niet de bedoeling. Het belangrijkste argument is dat daardoor het element van verrassing en de beleving voor degene die toetreedt, minder intens zou zijn. Vrijmetselarij is immers een inwijdingsgenootschap. De teksten zijn niet meer dan een ‘script’; een beperkte weergave van de werkelijkheid. De echte waarde ligt in de daadwerkelijke beleving. De Vrijmetselarij kwam vanaf circa 1600 in Schotland, Engeland en Ierland tot ontwikkeling. In 1717 besloten vier in Londen gevestigde loges tot een samenwerking. Zij stichtten toen een zogeheten grootloge. In Nederland werd de eerste loge in 1734 opgericht in Den Haag. Toch geldt 1756 als stichtingsjaar voor de Nederlandse Vrijmetselarij. Toen besloten tien in ons land gevestigde loges tot oprichting van de ‘Groote Loge der Zeeven Vereenigde Nederlanden’ met als standplaats Den Haag. Na de bevrijding van de Franse bezetting in 1813 werd de huidige benaming ‘orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden’ gekozen. Iedere loge is een zelfstandige bij de Kamer van Koophandel ingeschreven vereniging. Alle erkende grootloges zijn autonoom binnen hun eigen rechtsgebied. De vriendschappelijke betrekkingen tussen deze grootloges onderling hebben een vrijblijvend karakter. De Nederlandse Orde onderhoudt vriendschappelijke betrekkingen met circa 150 grootloges over de gehele wereld. Er is geen internationaal overkoepelend bestuur voor de Vrijmetselarij.Het verlangen ... vrijmetselaar te worden. Ieder vrij man van goede naam kan vrijmetselaar worden. Veel mensen denken nog altijd dat je moet worden gevraagd. Dat is zeker niet het geval. Hebt u belangstelling dan kunt u nadere informatie aanvragen via de contactgegevens op deze website, of misschien via een vrijmetselaar die u kent. Het bovenstaande wil overigens niet zeggen dat iedereen die zich aanmeldt, ook vanzelf als nieuw lid wordt aanvaard. Wij hechten er grote waarde aan om te onderzoeken of onze loge de kandidaat iets te bieden heeft, en uiteraard vice versa. Het verdient dan ook aanbeveling om iets over de Vrijmetselarij te weten, zodat de uitgangspunten en onze werkwijze de kandidaat niet volstrekt vreemd zijn. Hiertoe is er diverse literatuur beschikbaar, en organiseert Anna Paulowna jaarlijks een informatieavond. Na uw aanmelding vindt een eerste gesprek plaats met twee broeders. Op basis van dit gesprek kunt u bepalen of de Vrijmetselarij en Anna Paulowna wel bij u passen. Omgekeerd krijgen wij een indruk of u in onze loge past. Het is geen examen om te kijken hoeveel u al weet van de Vrijmetselarij of in hoeverre bij u de moraal of de grote levensvragen op de voorgrond staan. Wij zijn voornamelijk nieuwsgierig of u voldoende open bent en bereidwillig om te leren, kortom of u uit het juiste ‘maçonnieke hout’ bent gesneden. Hierna volgen nog enkele gesprekken met leden van de loge. Tevens vragen wij u om een levensbeschrijving en om een vragenlijst te beantwoorden. Deze dienen als input voor de commissie van onderzoek, die een advies uitbrengt aan de andere leden van de loge. Als dit allemaal naar tevredenheid verloopt, staat niets uw inwijding tot leerling vrijmetselaar meer in de weg. De gehele procedure kan tot een half jaar in beslag nemen. Dat wordt vaak gezien als een lange periode, maar de keuze om vrijmetselaar te worden moet weloverwogen zijn.Opening werkjaar (O.·.L.·. 1e gr.·.) In formaBr.·.. H. v. d. W. (comp.·.1e gr.·.) Titel: Volgt nog Br.·. M. K. (comp.·.1e gr.·.) Titel: Volgt nog Br .·. S. A. (comp.·.2e gr.·.) Titel: Gezellenbouwstuk Br .·. D. J. (comp.·.1e gr.·.) Titel: Volgt nog 19.30 uur: Mr:.verg:. Br .·. E. A. (comp.·.1e gr.·.) Titel: Volgt nog Rouwloge (O.·.L.·. 1e gr.·.) In formaO.·.L.·. 3e gr:. Verheffing Br:. S. A. In formaBr.·. M. T. (comp.·.1e gr.·.) Titel: Volgt nog O.·.L.·. 1e gr:. Inwijding In formaBr.·. R. D. (comp.·.1e gr.·.) Titel: Volgt nog Winter Sint Jan (O.·.L.·. 1e gr.·.) In formaSylvester In forma Loge Anna Paulowna, Stationsstraat 61, 1506 DB Zaandam